zomer 940

Barcelonas stadsreus, MustafaVluchtend voor een kotsende kamergenoot met meer buikkracht dan richtingsgevoel, kwam ik eens vroeg op Nieuwjaarsdag, tussen hekken en over muren heen, het Alhambra binnen. Het gevolg: een Morenmanie, met de uiteindelijke, teleurstellende conclusie dat er in Ibn Rushd/Averroës geen tweede Plato schuilde, en dat het bijzondere van de Cordovaanse staat eerder erin bestond dat hierdoor gedurende lange tijd het kwaad werd geschuwd – tenminste vergeleken met meer oostelijke en noordelijke entiteiten – dan dat hier sprake was van een beschaving die zich zou kunnen meten met wat ervoor of erna kwam in het Middellandsezee gebied.

Dit fragment komt uit Dolors Bramons bloemlezing, De Quan Érem o No Musulmans: Textos del 713 al 1010, (Barcelona: Institut d’Estudis Catalans, 2000). Het vertalen ervan vond ik moeilijk wegens de ondoorzichtige syntaxis en wegens betekenissen waarmee ik ook moeite zou hebben in het Engels; vragen, correcties en suggesties zijn altijd welkom. Maar hier, voor zover ik weet, is wat Ibn Hayyan meer dan duizend jaar geleden in al-Muqtabis schreef:

Dit jaar [328, dwz 939/10/18-940/10/5] sloot de joodse secretaris Hasday bin Ishaq al-Israili … vrede met de Frank, Sunyer zoon van [Wilfried], heer van Barcelona en omstreken, onder voor al-Nasir li-Din Allah bevredigende voorwaarden. Deze stuurde Hasday bin Ishaq naar Barcelona om voorgenoemde vrede te sluiten met diens heer, Sunyer. Het gebeurde dat de vloot, geleid door Ibrahim bin Abd al-Rahman al-Baggani, die het anker gelicht had in de haven van Almeria aan het eind van ragab [940/5/11], op zondag de 10e van sawwal [940/7/19] in Barcelona arriveerde. Eenmaal aangekomen, liet Hasday aan ze weten dat hij vrede gesloten had met diens heer, Sunyer. Zodoende bespaarde hij ze de oorlog, en dezelfde dag verliet de vloot de haven van Barcelona.

Aan andere notabelen [die zich te Barcelona bevonden] stelde Hasday voor, dat zij zich zouden onderwerpen aan de heerschappij van al-Nasir li-Din Allah, en dat ze met hem vrede zouden sluiten. Sommigen van zijn koningen [dwz, heren] accepteerden dit, zoals Hug …, een van hun leiders, met zijn vaste zetel in Arles …, die in zijn naam een delegatie naar de hoofdstad [Barcelona] stuurde, om een vrijgeleide te verzoeken, zodat handelaars uit zijn land die dat wilden naar al-Andalus konden gaan. Dit werd hen gegund, en het verdrag werd naar Nasr bin Ahmad, gouverneur [alcaid] van Fraxinetum … en naar de gouverneurs van de Balearen en andere kusthavens van al-Andalus verzonden. Zo waarborgden zowel diegenen stemmende uit de landen van Hug …, als diegenen uit andere bij de vrede inbegrepen gemeenschappen, hun leven en rijkdom, en ook alle inhouden van hun schepen op dusdanige wijze, dat ze over hun handel konden beschikken zoals ze wilden. Vanaf dat moment kwamen hun schepen met veel profijt in al-Andalus aan.

Riquilda, dochter van [Wilfried II] Borrell … en gebiedster van verscheidene Franken, volgde het pad van Hug … betreffende de vrede met al-Nasir li-Din Allah, en stuurde naar hem een jood … B.rnat al-Israili, haar raadgever, met wonderlijke curiositeiten uit diverse contreien van haar land. [Wanneer al-Nasir ze in handen kreeg], nam hij ze in ontvangst, en presenteerde hij ze met andere van nog grotere waarde, hiermee betuigende eer aan haar bodes.

Toen, met alles opgelost, ging de jood Hasday ben Ishaq tegen het eind van du l-qada [940/9/6] vanuit Barcelona naar al-Nasir li-Din Allah terug. Hij werd vergezeld door Gotmar, bode van Sunyer, in overeenstemming met de overeengekomen voorwaarden. De eerste hiervan bestond eruit dat [Sunyer] ermee zou ophouden hulp te verstrekken aan welke christen dan ook, die diens onderwerping niet had overlegd met al-Nasir li-Din Allah, hiermee diens vrede aanvaardend en naar diens behagen zoekend. Bovendien werd hij gedwongen de relatie ongedaan te maken die hij had met Garcia, zoon van Sanç …, heer van Pamplona, met wie Sunyer diens dochter had laten trouwen, een huwelijk dat hij annuleerde uit gehoorzaamheid aan de kalief.

Eveneens werd door hem gegarandeerd dat alle naburige [heren] die van hem afhankelijk waren ook zouden meedoen aan de vrede. Al-Nasir hield zijn woord aan Sunyer en beval de gouverneurs van de kust en de bevelhebbers [alcaids] van de vloot om diens landen te vermijden en de mensen van diens land in vrede te laten. Al-Nasir respecteerde de verdragen met Sunyer en handhaafde de vrede met hem, met Sunifred … en met de zonen van beiden twee hele jaren lang, en hiervan legde hij plechtige getuigenis af aan zijn hof op woensdag 12 de du l-higga [940/9/18].

Similar posts


Comments

Your email address will not be published. Required fields are marked *